Inleiding
In deze paragraaf zijn de risico’s van de algemene dienst en het risicoprofiel van de grondexploitaties geactualiseerd. Daarnaast wordt aandacht besteed aan de frauderisico-inventarisatie, de risicodialoog met de raad en aan integraal risicomanagement. De paragraaf sluit af met het verloop van vijf financiële kengetallen, die inzicht geven in de schuldpositie, de weerstandspositie en de begrotingsruimte van de gemeente.
Integraal risicomanagement
In het afgelopen jaar zijn wederom stappen gezet in de verdere ontwikkeling naar integraal risicomanagement. In 2018 zijn goede stappen om risicomanagement te integreren in het reguliere sturingsproces en de managementcyclus. Een voorbeeld hiervan is het standaard opnemen van risico’s, beheersmaatregelen en kansen in de managementrapportages. Eén van de speerpunten voor 2019 is om ook niet-financiële risico’s een betere plek te geven in deze paragraaf. Deze risico’s hebben weliswaar niet (altijd) direct een financiële impact, maar kunnen op termijn wel grote gevolgen hebben voor de gemeente.
Het doel van deze manier van denken over risico’s, kansen en onzekerheden is om bewust en verantwoord om te gaan met risico’s door een open en transparante manier van werken. De kadernota ‘Integraal risicomanagement en weerstandsvermogen’ uit 2016 vormt het uitgangspunt voor de groei naar integraal risicomanagement. Aan de hand van deze integrale aanpak wordt het risicobewustzijn van organisatie en bestuur vergroot, zodat een goede en verantwoorde balans ontstaat tussen risico’s nemen en risico’s beheersen. Het continu organiseren van aandacht voor en het gesprek over risico’s vormt de basis van deze aanpak.
Door regelmatig het gesprek te voeren over risico’s – zowel op ambtelijk als bestuurlijk niveau – ontstaat een gezamenlijk beeld. Niet door te zenden, te vertellen en voor te lichten, maar door te delen, te bespreken en de dialoog aan te gaan. Dit noemen we de risicodialoog. Dit is een open gesprek met als doel het gezamenlijk bepalen van een constructieve risicoaanpak. Het gesprek en de communicatie over risico’s is een essentieel onderdeel van integraal risicomanagement. Nieuw is de risicodialoog tussen college en raad: de raad heeft in december 2017 geëxperimenteerd met een risicodialoog in de politieke markt. Onderwerp van gesprek was een aantal afgeronde EFRO-projecten. Dit was voor het college een eerste stap in het transparant delen en spreken over risico’s met de raad. Dit gesprek is positief ontvangen en zal een vervolg krijgen in 2018-2019.
Het risicomanagementsysteem, dat dient ter ondersteuning van integraal risicomanagement, zal in 2019 verder vorm krijgen. De focus ligt hierbij op het vaststellen van de informatiebehoefte van de (nieuwe) organisatie en het bestuur. Hierdoor zullen per doelgroep relevante rapportages beschikbaar komen. Daarmee zal het risicomanagementsysteem ook de komende jaren bijdragen aan het vergroten van de doelrealisatie en (interne) beheersing van de organisatie.
Risicoregister (NARIS)
De gemeente maakt voor de ondersteuning van risicomanagement gebruik van het risicoregister NARIS. Zoals ook in 2017 hard is gewerkt aan de inrichting van deze webbased applicatie, blijven we NARIS ook in 2018-2019 vernieuwen door ook andere risico’s toe te voegen, zoals bijvoorbeeld cyberrisico’s en procesrisico’s voor het control framework.
Grote projecten
Naast risico’s die voortkomen uit reguliere processen en het uitvoeren van beleid identificeren we niet-routinematige grote projecten en programma’s. Deze projecten hebben vaak een grote meerwaarde voor de stad en de samenleving of voor de organisatie, maar hebben ook een verhoogd risicoprofiel.
Omdat het van groot belang is de meerwaarde van dergelijke projecten te verzilveren doet het college bij iedere begroting een voorstel voor een lijst met grote programma’s en projecten. Met deze lijst wordt in beeld gebracht op welke wijze de raad in gelegenheid gesteld wordt de voortgang te monitoren. In samenspraak met de raad worden per project afspraken gemaakt over de wijze van informatievoorziening.
programma / project | wijze van informatievoorziening |
Floriade |
|
verbeterprogramma en shared savings ICTAR |
|
projecten binnen FVA (Rondje Weerwater, Station (en omgeving), Flevo Campus) |
|
transitie/transformatie SD (wo. ontwikkeling sociale infrastructuur en business cases jeugd) |
|
financiële positie grondbedrijf |
|
De lijst heeft een preventief oogmerk en draagt bij aan de sturing en beheersing vooraf en tijdens projecten, in plaats van controle, risico’s en onzekerheden achteraf. De lijst is getoetst aan de vastgestelde criteria voor grote projecten zoals verwoord in de kadernota.
Frauderisicoanalyse
In het kader van de risicodialoog maken we ook stappen met betrekking tot het bespreekbaar maken van frauderisico’s. Om hier goed op te kunnen sturen, is het noodzakelijk om fraude langzaam maar zeker uit de taboesfeer te krijgen. Alleen door hierover een open en transparant gesprek te voeren kunnen verantwoordelijkheden inzichtelijk worden gemaakt en kan de stap worden gemaakt naar preventie. Naast de jaarlijkse actualisatie van de frauderisico’s is het belangrijke speerpunt voor 2018-2019: inzicht verkrijgen in kwetsbare functies en verkennen hoe dit onderdeel te maken van het personeelsbeleid.
In verband met de aanbeveling van de accountant wordt in 2018 vervolg gegeven aan de frauderisico-analyse die voor 2017 is geactualiseerd. In het accountantsverslag benoemt de accountant specifiek dat de fraudeanalyse gedeeld moet worden met de gemeenteraad. In 2018 wordt onderzocht hoe het beste met de raad het gesprek over fraude en frauderisico’s gevoerd kan worden. De eerder genoemde ervaringen over de risicodialoog met de raad worden hierin betrokken.
Aanvullend heeft de accountant in de managementletter geadviseerd om de risicoanalyses zoveel mogelijk te integreren en ten aanzien van cybersecurity aandacht te besteden aan de aanwezige beheersing. Hierbij zouden ook de risico’s ten aanzien van het onttrekken van persoonsgegevens, vertrouwelijke gegevens of intellectuele eigendom benoemd moeten worden. Dit advies sluit aan op de verdere doorontwikkeling van risicomanagement in de gemeente Almere. In 2017 is in het risicoregister NARIS ruimte gecreëerd om diverse soorten risico’s vast te leggen, zoals cyberrisico’s. In 2018 -2019 zal ook bekeken worden of ook andere risico’s kunnen worden toegevoegd, bijvoorbeeld op het gebied van privacy of informatiebeheer.
Overzichtstabel risico's
Risico's algemene dienst
(bedragen x € 1.000) | restrisico (A) | kans (B) | risicobedrag (A x B) | risicobedrag PB 2018 |
operationele risico's | ||||
1. garantstelling Huisvuilcentrale | 36.100 | div | 0 | 0 |
2. Floriade businesscase | 22.300 | div | 11.500 | 11.000 |
3. Floriade grondexploitatie | 6.600 | div | 2.200 | |
4. effect besparingsmaatregelen businesscases jeugd | 5.100 | 20% | 1.020 | 1.020 |
5. garanties sport/cultuur | 1.800 | 20% | 360 | 360 |
6. omkleuring organisatie | 1.570 | 30% | 471 | pm |
7. leegstandsrisico vastgoed (huurderving) | 930 | 20% | 186 | 186 |
8. garantstelling Tomin | 500 | 20% | 100 | 100 |
9. nieuwe taken sociaal domein | 0 | 40% | 0 | 3.080 |
10. BUIG 2019 | 7.200 | 40% | 3.266 | |
totaal operationele risico's | 81.600 | 18.517 | 15.746 | |
overige risico's | ||||
garantie Corrosia | 1.112 | 20% | 222 | 222 |
borgstellingen sociale zaken | 1.300 | 20% | 260 | 260 |
exploitatie IKC de Laren | 300 | 60% | 180 | 180 |
totaal overige risico's | 2.712 | 662 | 662 | |
vertrouwelijke risico's | 7.413 | 4.076 | 935 | |
vervallen | 0 | 0 | 2.020 | |
vrije ruimte | 835 | |||
totaal benodigde weerstandscapaciteit | 91.725 | 24.090 | 19.363 |
Weerstandscapaciteit algemene dienst
Voorheen werd de groei van het aantal inwoners als uitgangspunt gehanteerd voor de bepaling van de omvang van het weerstandsvermogen. Omdat de afgelopen jaren de groei van het aantal inwoners minder sterk is toegenomen, en de taken vanuit het Rijk juist fors zijn toegenomen (onder meer sociaal domein), is ervoor gekozen de omvang van de weerstandscapaciteit voor de algemene dienst te koppelen aan 3 procent van het begrotingsvolume. Hiermee is de tolerantiegrens voor risico’s gelijk gesteld aan de tolerantiegrens voor onzekerheden in de jaarrekening. De absolute ondergrens van de weerstandscapaciteit voor de algemene dienst bedraagt tenminste € 90 x het aantal inwoners in Almere.
Voor 2018 is de gewenste omvang van de weerstandscapaciteit € 24,1 miljoen uitgaande van een omzet van € 803 miljoen (PB 2018). Deze ruimte is ook beschikbaar in de saldireserve.
Binnen de begroting is voor € 23,3 miljoen aan financiële risico’s geïdentificeerd. Na aftrek van de gekwantificeerde risico’s resteert nog een vrije risicobuffer van € 0,8 miljoen. Deze buffer dient als achtervang voor risico’s in de exploitatie indien deze zich voordoen.
Weerstandsratio
De weerstandsratio wordt bepaald door de beschikbare weerstandscapaciteit af te zetten tegen de omvang van de geïdentificeerde risico’s. Indien de weerstandscapaciteit 1, of hoger dan 1, scoort is deze toereikend. De huidige weerstandsratio is 24,1 / 23,3 = 1,0. Dit is toereikend.
Buffer eigen vermogen
In het coalitie akkoord zijn afspraken gemaakt over het opbouwen van een buffer eigen vermogen. Jaarlijks wordt 50% van de winstafdracht van het grondbedrijf met een ondergrens van € 10 miljoen gespaard in de reserve weerstandsvermogen algemene dienst. De buffer ontwikkelt zich als volgt:
(bedragen x € 1 miljoen)
2018 | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | |
reserve weerstandsvermogen algemene dienst | 20,7 | 20,7 | 20,7 | 20,7 | 20,7 |
sparen | 15,1 | 25,1 | 35,1 | 45,1 | |
vrije ruimte | 20,7 | 35,8 | 45,8 | 55,8 | 65,8 |
Hierbij moet worden opgemerkt dat het spaarbedrag voor de jaren 2020 t/m 2022 nog zacht is, dit is afhankelijk van de nog te realiseren winsten binnen de grondexploitatie. De reserve groeit conform dit schema tot € 65,8 miljoen aan het eind van deze raadsperiode. Het betreft hier een vrije reserve, die dienst als weerstandsvermogen voor de algemene dienst, voor onvoorziene risico’s.
Naast deze vrije buffer voor risico’s, zijn er nog twee reserve die ook tot het weerstandsvermogen gerekend kunnen worden. Dit zijn de saldireserve voor de algemene dienst en de reserve weerstandsvermogen grondexploitatie. Deze reserves zijn belegd met risico’s. Tegenover de saldireserve staan de risico’s conform de paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing, tegenover de reserve weerstandsvermogen grondexploitatie staan de risico’s en reserveringen ten behoeve van de grondexploitatie.
(bedragen x € 1 miljoen)
2018 | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | |
saldireserve algemene dienst | 24,1 | 24,1 | 24,1 | 24,1 | 24,1 |
weerstandsvermogen grondexploitatie | 40,6 | 40,6 | 40,6 | 40,6 | 40,6 |
weerstandscapaciteit tbv risico’s | 64,7 | 64,7 | 64,7 | 64,7 | 64,7 |
totale buffer eigen vermogen | 85,4 | 100,5 | 110,5 | 120,5 | 130,5 |
De totale buffer binnen ons eigen vermogen kan oplopen tot € 130 miljoen. Deze valt binnen de bandbreedte van 10% tot 15% van het totale vermogen.
Onbenutte belastingcapaciteit
Naast reserves is er ook nog de mogelijkheid tegenvallers op te vangen door de belastingen te verhogen. Dit noemen we de onbenutte belastingcapaciteit. Zo kunnen de tarieven tot maximaal 100% kostendekkend worden verhoogd. In de paragraaf lokale heffingen wordt hier nader inzicht gegeven. Verder zou ook de OZB kunnen worden verhoogd tot de zogenaamde ‘artikel 12’ norm.
Risico's
1. Garantstelling huisvuilcentrale
De gemeente Almere bezit 5,9% van de aandelen van de HVC en heeft samen met de andere aandeelhouders een garantstelling afgegeven. Almere staat garant voor de langlopende leningen, zoals overeengekomen bij de aanvang van de HVC in 1996. De omvang van de leningen op 31 december 2017 is € 608 miljoen (€ 36,1 miljoen voor Almere op basis van 5,9% aandelen). Het plafond voor alle aandeelhouders samen is € 670 miljoen (€ 39,5 miljoen voor Almere). Bij een faillissement is dit het maximale risico voor de gemeente Almere. Door de vele veranderingen is de afvalmarkt onder druk komen te staan. Als gevolg hiervan maakt de HVC op dit moment een omslag door. Onderdeel van het aandeelhouderschap vormt de ballotage-overeenkomst, waarin de gemeentelijke aandeelhouders onder andere voorwaarden voor de garantstelling hebben opgenomen. De aandeelhouders ontvangen 1% garantstellingsprovisie over het bedrag waarvoor het garant staat.
Beheersmaatregelen
De wethouder Financiën is namens de gemeente Almere afgevaardigde in de Algemene Leden Vergadering en werkt daarbij in de voorbereiding samen met andere Flevolandse aandeelhouders. Via de aandeelhoudersvergadering oefent de gemeente Almere invloed uit op het beleid van de HVC. De afgelopen jaren heeft de aandeelhoudersvergadering besloten om diverse beheersingsmaatregelen door te voeren, zoals:
- een kredietplafond voor de garantstelling van €670 miljoen;
- diversificatie van de activiteiten, waarbij voor nieuwe investeringen geldt dat slechts de kernactiviteiten van de HVC onder garantstelling vallen. Deze activiteiten komen voort uit de wettelijke taken met betrekking tot het afvalstoffendomein. Voor overige projecten/investeringen zijn aandeelhouders niet verplicht om te participeren. Hiervoor dient aparte financiering te worden aangetrokken. Verder is er een ombuigingsprogramma doorgevoerd.
Financiële inschatting
Het restrisico is gelijk aan de garantstelling. Deze bedraagt € 36,1 miljoen. De afgelopen jaren heeft de HVC samen met de aandeelhouders de strategie herijkt en beheersingsmaatregelen genomen, gericht op minimalisering van het risico. Door de genomen beheersmaatregelen is een opwaartse lijn te zien in de bedrijfsresultaten van de HVC. De HVC heeft de afgelopen jaren weer een positief resultaat laten zien. Als gevolg hiervan verwachten wij geen risico voor de komende jaren, waardoor het risicobedrag vooralsnog wordt opgenomen als pm.
2. Floriade businesscase
De Floriade organisatie laat jaarlijks een integrale risico analyse uitvoeren als vervolg op de risico analyse die eind 2016 is opgesteld. Begin 2018 is door een externe partij een nieuwe risico analyse uitgevoerd. Hierbij werd (nog) geen rekening gehouden met de ontwikkelingen rondom een samenwerkingspartner en het Ontwikkelingsplan Floriade. Nu het Ontwikkelingsplan wordt vastgesteld en de gemeente samen met Amvest het gebied gaat ontwikkelen, komen een aantal risico’s hiermee te vervallen. Er worden echter ook nieuwe risico’s onderkend.
Onderstaande tabel laat zien hoe de gereserveerde € 11,5 miljoen is opgebouwd uit de verschillende risico’s. Daarnaast laat de tabel de mutaties ten opzichte van de gemelde risico’s in de voortgangs-rapportage Floriade 2018-1, welke voor de zomer aan de raad is aangeboden.
(bedragen x € 1 miljoen)
omschrijving | omvang | kans | risicobedrag | VGR 2018-1 |
bijdrage overheden komen niet tot stand tgv BC | -3,0 | 60% | -1,8 | -1,8 |
tegenvallende bezoekers kaartverkoop (1,8 mln bezoekers) | -5,6 | 60% | -3,4 | -3,4 |
tegenvallende bezoekers parkeren (1,8 mln bezoekers) | -0,6 | 60% | -0,4 | -0,4 |
sponsor- en tenderopbrengsten vallen 30% tegen | -3,9 | 40% | -1,5 | -1,5 |
duurzaamheidsprincipes terreininvesteringen | -0,4 | |||
prijselasticiteit | -1,0 | 20% | -0,2 | -0,2 |
fiscaal risico | -0,2 | |||
geluidsdragende evenementen | -0,3 | 40% | -0,1 | -0,1 |
legacy kosten te laag ingeschat | -0,4 | |||
beheerbudget niet toereikend | -1,5 | 20% | -0,3 | -0,3 |
veiligheidskosten | pm | |||
nutsvoorzieningen | pm | |||
bouwvergunningen | Pm | pm | pm | pm |
geluidskwaliteit (plaatsen scherm) | 40% | -1,2 | ||
achtervang pm posten | -1,1 | |||
nieuwe risico's | ||||
green embassies/i-street | -2,0 | 60% | -1,2 | |
organisatiekosten BV | -1,0 | 60% | -0,6 | |
avondprogrammering | -3,3 | 60% | -2,0 | |
totaal | -22,3 | -11,5 | -11,0 |
Toelichting per vervallen post in de risicoreservering
Duurzaamheidsprincipes terreininvestering
Dit risico betreft de kans dat de terreininvesteringen duurder worden door de duurzaamheidsambities van de Floriade. Door de aanbesteding worden duurzaamheidsvereisten neergelegd bij de samenwerkings-partner. Dit risico kan daarom vervallen.
Fiscaal Risico
Dit risico betreft de kans dat er door het organiseren van het evenement op openbaar gebied er een herziening van de compensatie van de btw wordt toegepast op de aanlegkosten van het openbaar gebied. Er vindt een verschuiving plaats van dit risico, de post komt te vervallen in de algemene risico’s en wordt als risico meegenomen in het risico ‘Grondexploitatie Floriade’.
Legacy kosten te laag ingeschat
In de business case van de Floriade BV is €1 miljoen opgenomen om het gebied na het organiseren van de Floriade “schoon” op te leveren. Het risico wat was opgenomen was de kans dat dit meer dan €1 miljoen zou bedragen. In het Ontwikkelingsplan is nadrukkelijk gekeken naar de ontwikkeling van het gebied en het Expoplan. Hierbij was leidend dat zo veel mogelijk (gebiedsontwikkeling en expo) op elkaar aan zal sluiten. Met het sluiten van de ontwikkeloverkomst met Amvest en het vaststellen van het Ontwikkelplan Floriade kan dit risico vervallen.
Nutsvoorzieningen
In de business case werd beperkt rekening gehouden met nutsvoorzieningen. Dit risico wordt met het aangaan van de ontwikkelovereenkomst bij de samenwerkingspartner neergelegd en kan hiermee vervallen.
Geluidskwaliteit: plaatsen scherm
Dit risico is opgenomen omdat als gevolg van de geluidshinder van de A6 op het evenement dit consequenties kan hebben op het aantal bezoekers tijdens de expo. Nu in april door de raad is besloten tot de aanleg van dubbellaags ZOAB en de samenwerkingspartner het opgetilde maaiveld gaat aanleggen, vervalt deze post als achtervang.
Het totaal aan vervallen posten in de risicoreservering door het aanbesteden van de terreinontwikkeling en ontwikkeling van de stadswijk bedraagt €2,2 miljoen.
Toelichting op de nieuwe risico’s:
Green Embassie / I-street
In het Expoplan van de Floriade BV wordt gesproken over Green Embassies waarin buitenlandse steden hun “paviljoen” kunnen inrichten. Ook wordt gesproken over een I-street, wat een livinglab en showcase moet worden voor revolutionair bouwen en leven op de thema’s van de Floriade. Wanneer echter enerzijds i-Streets niet door de markt wordt opgepakt, voor de Green Embassies geen partijen geïnteresseerd raken en de Nederlandse inzendingen van een te laag niveau zijn, kunnen aanvullende investeringen nodig zijn om de onrendabele top mee te bekostigen. Er wordt €2 miljoen meegenomen in de risico’s tegen een hoge risicokans (60%)
Organisatiekosten BV
Op dit moment wordt gekeken naar een nieuwe governance structuur rondom gemeente en Floriade BV. Ook het aangaan van de ontwikkelovereenkomst kan consequenties hebben voor de projectorganisatie van de Floriade BV. Hiermee is in de herijking nog geen rekening gehouden. Er wordt €1 miljoen meegenomen in de risico’s tegen een hoge risicokans (60%).
Avondprogrammering
In de bieding van Amvest wordt uitgegaan van het aanbieden van overnachtingen tijdens het evenement. Een vereiste hiervoor is een goede avondprogrammering. Voor de invulling hiervan worden extra kosten gemaakt, hier tegenover worden ook extra inkomsten verwacht vanuit de overnachtingen bij Amvest. Dit is nu neutraal ingerekend in de business case van de Floriade BV. Amvest rekent hierbij met een bezetting van 70% van de logies. Wanneer deze 70% bezetting niet wordt gehaald, zorgt dit voor een negatieve kostenpost op de avondprogrammering (uitgaven zijn immers reeds gedaan). In de risicoreservering wordt hiervoor €3,3 miljoen meegenomen tegen een hoge risicokans (60%).
Beheersmaatregelen
Een groot deel van de risico’s is rechtstreeks gerelateerd aan het evenement en wordt door de BV van een maatregelenpakket voorzien. De sturing op de beheersmaatregelen door zowel de gemeente als de BV is van groot belang.
De belangrijkste beheersmaatregelen waarover ook in de voortgangsrapportage wordt gerapporteerd zijn:
- Aanbesteding samenwerking partner voor de terreinontwikkeling ten behoeve van het evenement en voor de stadswijk. Dit is onder andere een beheersmaatregel op de risico’s duurzaamheidsprincipes, legacykosten, beheerbudget en geluidskwaliteit.
- Door de Provincie en het Rijk te betrekken bij de aanbesteding, hen hiermee committeren aan overheidsbijdragen.
- Actieve inzet op subsidiemogelijkheden (naar aanleiding van subsidiescan).
- Het maken van samenwerkingsafspraken met Amsterdam Marketing en Keukenhof.
- Opstellen van een beveiligingsplan met onder andere de Veiligheidsregio.
Financiële Inschatting
In de Jaarrekening 2017 werd uitgegaan van een totale restrisico van € 22,3 miljoen. Wanneer dit wordt afgezet tegen de verschillende kans percentages leidt het tot een risicobedrag van € 11,0 miljoen. Bij de herijking van de businesscase zijn een aantal risico’s komen te vervallen door het aangaan van de samenwerking met Amvest. Gecombineerd met de onderkenning van een aantal nieuwe risico’s heeft dit geleid tot een lichte bijstelling van € 0,5 miljoen naar € 11,5 miljoen.
De inzet van diverse beheersmaatregelen zijn gaande, maar bieden met name waar het gaat om de afspraken met de overheden en ten aanzien van de tegenvallende bezoekers nog onvoldoende aanleiding om dit bedrag bij te stellen.
3. Floriade grondexploitatie
Het risico van de grondexploitatie Floriade is gebaseerd op :
- De algemene marktrisico’s binnen het plan. De algemene marktscenario’s die van toepassing zijn, zijn gebaseerd op de laatst bestuurlijk vastgestelde MPG.
- Een totaaloverzicht van het risicoprofiel opgebouwd uit gewogen projectrisico’s, gewogen projectkansen en algemene marktrisico’s.
- Een toelichting op de projectrisico’s en projectkansen. Hierbij worden aard, omvang, kans van optreden en beheersmaatregelen vermeld.
- Niet verrekenbare btw in verband met het evenement.
De toetsing en kwantificering van de risico’s heeft conform de Kadernota Integraal risicomanagement en weerstandsvermogen van de gemeente Almere plaatsgevonden.
Beheersmaatregelen
In deze fase van het proces zijn er nog geen beheersmaatregelen getroffen.
Financiële Inschatting
Binnen deze grondexploitatie zijn er diverse proces – en ontwerprisico’s onderkend. Ongewogen is het risicobedrag € 6,6 miljoen. In totaal is het gewogen risicobedrag op basis van de diverse kans percentages berekend op € 2,2 miljoen.
4. Omkleuring organisatie
In navolging van de reorganisatie van de topstructuur is de doorontwikkeling van de leidinggevende structuur van de afdelingen afgerond. Uitkomst hiervan is dat het aantal leidinggevenden met 13,5 fte is verminderd. Deze besparing (circa €1,2 miljoen) op de overhead is nagenoeg volledig ingezet om het primaire proces te versterken door meer (strategische) beleidscapaciteit toe te voegen. Beheersmaatregel Bij de organisatiewijziging geldt het uitgangspunt dat frictiekosten worden vermeden door tijdige mobiliteit te creëren en vacatures zo veel mogelijk niet in te vullen. Dit uitgangspunt is in de praktijk toegepast, desondanks is er nog sprake van onvermijdelijke frictiekosten. Dit komt vanwege het feit dat het in de praktijk niet lukt om alle boventalligen binnen 1 jaar van werk naar werk te begeleiden. Financiële inschatting De eerste schatting van de frictie leidt tot het volgende beeld: (bedragen x € 1.000) omschrijving | |
doorontwikkeling leidinggevende structuur, opheffen KDB en PBS | -1.416 |
afbouw maatschappelijke ontwikkeling | -540 |
bruto frictie | -1.956 |
reeds afgedekt via de buffer concerndirectie | 386 |
netto frictie | -1.570 |
waarvan: 30% ten laste van het weerstandsvermogen | 470 |
waarvan: 70% ten laste van het perspectief | -1.100 |
5. Garanties sport en cultuur
Aan de hand van het overzicht gewaarborgde geldleningen uit de laatste jaarrekening is een inschatting gemaakt van het risico op aansprakelijkheidsstelling uit hoofde van deze garantstellingen.
Beheersmaatregelen
Via de periodieke monitor van de jaarstukken van de betreffende instellingen, wordt gevolgd hoe de financiële positie van betrokken partijen zich ontwikkeld. Met de instellingen worden afspraken gemaakt over archivering. Met banken en instellingen worden afspraken gemaakt over rapportages en signalering bij het achterwege blijven van aflossingen door betrokken organisaties. De risicoprofielen van de afgegeven garanties verschillen van elkaar. Overwegend kan worden gesteld dat de geldnemers voldoen aan hun financiële verplichtingen, waarmee de kans laag is dat de gemeente aansprakelijk gesteld wordt. Ook de ervaringscijfers van de afgelopen jaren onderschrijven dit beeld.
Financiële inschatting
Rekening houdend met het feit dat voor een deel van de nog uitstaande gegarandeerde geldleningen de Stichting Waarborgfonds Sport 50% van het risico draagt, bedraagt het restrisico nog € 1,8 miljoen. Bij een kans inschatting van 20% leidt dit tot een risicobedrag van € 0,36 miljoen.
6. Leegstandsrisico vastgoed
Het Alnovum is het enige gebouw waarvoor nog een leegstandsrisico geldt. Dit omdat voor de Aardbei (transformatie naar wonen) en gebouw Louis Armstrongweg (volledig verhuurd) inmiddels een oplossing gevonden is. Voor het Alnovum is in juli 2017 een verkoopovereenkomst met ontbindende voorwaarden getekend. Eén van die ontbindende voorwaarden is het verlenen van een omgevingsvergunning. Zodra er een definitieve omgevingsvergunning is verleend aan de koper en de afgesproken prijs is betaald, wordt het pand definitief geleverd. Omdat de situatie niet is gewijzigd ten opzichte van de Programmabegroting 2018, is het risico voor 2018 en 2019 niet bijgesteld.
Beheersmaatregelen
De ontwikkelingen worden nauwlettend gevolgd.
Financiële inschatting
Het restrisico (en daarmee het geldgevolg) voor 2018 en 2019 is ingeschat op € 465.000 per jaar. In totaal leidt dit tot een restrisico van € 930.000, wat met een kanspercentage van 20% een risicobedrag van € 186.000 tot gevolg heeft.
7. Garantstelling Tomin groep/Tractio BV
In 2017 is de gemeenschappelijke regeling werkvoorzieningsschap Tomingroep gewijzigd (door gemeenteraad Almere vastgesteld op 18 april 2017). In deze gewijzigde versie is het specifieke artikel voor de borgstelling voor de rente, aflossing en kosten van de vaste geldleningen alsmede de bankrekening komen te vervallen.
Hiervoor in de plaats is een regeling binnen de gemeenschappelijke regeling van kracht geworden. Deze houdt onder meer in dat het algemeen bestuur een extra bedrage van de deelnemende gemeenten kan vaststellen als de exploitatie niet sluitend blijkt te zijn. Een extra gemeentelijke bijdrage kan eveneens aan de orde zijn als het resultaat van het Werkvoorzieningsschap negatief is en het gezamenlijk eigen vermogen van het werkvoorzieningsschap en Tomin onvoldoende is om dit op te vangen. Op dit moment zijn er geen signalen dat deze risico’s zich voordoen. Het verwachte resultaat over 2017 is positief en ook de vermogenspositie is gezond.
De borgstelling die betrekking heeft op de overeenkomst uit 2011 tussen gemeente Almere en Tomingroep in verband met de overname van Stichting Kompaan (Tractio BV) is nog wel van toepassing. Dit betreft een garantiestelling van € 0,5 miljoen tot en met 31 december 2018.
Beheersmaatregelen
Per kwartaal wordt managementinformatie van Schap en BV verstrekt aan Dagelijks Bestuur en Algemeen Bestuur, met budget-, realisatie- en forecastcijfers. Ook wordt jaarlijks een bedrijfsplan opgesteld en geaccordeerd in het Algemeen Bestuur. De bedrijfsprocessen zijn vastgelegd in een kwaliteitssysteem. Daarnaast vindt er zes keer per jaar een vergadering van het Dagelijks Bestuur of Algemeen Bestuur plaats. Hierin worden wetswijzigingen, beleidsvoornemens, strategieën, begrotingen en jaarrekeningen, management-informatie en lopende zaken besproken dan wel vastgesteld.
Financiële inschatting
Er wordt rekening gehouden met een maximaal risico van € 0,5 miljoen. Het kanspercentage is ingeschat op 20%. Het risico bedraagt € 0,1 miljoen.
8. Effect besparingsmaatregelen businesscase Jeugd
Bij de Programmabegroting 2017 was voor de effecten van de besparingsmaatregelen businesscases jeugd nog een uitgebreide risicoanalyse opgenomen. Dit leidde tot een totaal risicobedrag van € 8,5 miljoen met een risicokans van 40%. Inmiddels is duidelijk dat het werkelijke risico lager is, omdat:
- op basis van de realisatiecijfers de ramingen worden bijgesteld voor de effecten van de business cases;
- er beter inzicht is in de werking van de business cases.
Het risico betreft voornamelijk nog in 2018 extra te realiseren besparingen ten opzichte van 2017 en de aanvullende effecten van de ingezette businesscases jeugd (jgz, onderwijs jeugdhulparrangementen, jggz en Humanitas). Op dit moment is nog niet zeker of deze besparingen volledig en in het verwachte tempo gerealiseerd kunnen worden.
Beheersmaatregel
Wij zetten samen met onze (externe) partners in op een verdere verbetering van de tijdigheid en volledigheid van de informatievoorziening rondom de ontwikkeling van de uitgaven sociaal domein. Tevens wordt geïnvesteerd in een aanscherping en verdere professionalisering van het inkoop- en contractmanagement. Hierdoor kan de sturing en beheersbaarheid verder verbeteren. In dit kader wordt ook gewerkt aan een monitoringsinstrument voor de businesscases jeugd. Aanvullend wordt voor jeugd per kwartaal een afzonderlijke rapportage voor de raad opgesteld, waarin ook ontwikkelingen die een relatie hebben met de businesscases aan bod komen (bijvoorbeeld verschuiving in het zorggebruik).
Financiële inschatting
Ten aanzien van de netto-besparingen businesscases is het feitelijke effect afhankelijk van de autonome groei waarvoor een bandbreedte van 3,5 a 7% wordt gehanteerd. Gemiddeld leidt dit voor de periode 2018 tot en met 2021 tot een restrisico van € 5,1 miljoen. Vermenigvuldigd met een laag risicopercentage (20%) leidt dit tot een risicobedrag van circa € 1 miljoen.
9. Actualisatie sociaal domein
De transformatie in het sociale domein brengt landelijk nog steeds risico’s met zich mee die ook voor Almere van toepassing zijn. Deze risico’s zijn niet direct met een financiële impact in te schatten, maar kunnen in een toekomstig jaar wel tot een financieel risico leiden. In het weerstandsvermogen is nu dan ook geen financiële reservering opgenomen voor deze risico’s. Bij actuele ontwikkelingen wordt opnieuw beoordeeld of een risicoreservering noodzakelijk is.
Risicobuffers
In de meerjarenbegroting wordt rekening gehouden met het risico van volumegroei bij jeugdhulp. In het coalitie akkoord zijn hiervoor vanaf 2020 middelen beschikbaar gesteld (€ 2 miljoen vanaf 2020 oplopend naar € 6 miljoen in 2022). Deze middelen zijn nog beschikbaar indien het risico zich daadwerkelijk voordoet. Ook voor de cao-wijziging van de lonen bij huishoudelijke verzorging is een reservering opgenomen vanaf 2020 om de verwachte meerkosten te kunnen afdekken.
Er is vanaf 2021 ook een risicobuffer in de exploitatiebegroting beschikbaar van circa € 1,8 miljoen. Deze is mede met het oog op toekomstige ontwikkelingen nog beschikbaar om eventuele budgettaire bijstellingen op te vangen.
Ontwikkelingen
In het sociaal domein wordt nu rekening gehouden met de onderstaande risico’s :
Formatie uitvoering Wmo en Jeugdwet
In 2016 is op basis van een capaciteitsonderzoek, uitgevoerd door Deloitte, incidenteel € 1,2 miljoen toegekend tot en met 2019 voor de uitvoering Wmo en Jeugdwet. Het incidentele karakter van de toekenning van structureel benodigde formatieve middelen is toen gekoppeld aan de vermeende efficiency opbrengsten van de bestuursopdracht sociale infrastructuur. De bestuursopdracht is inmiddels afgerond en de uitkomsten daarvan zijn op 27 mei 2017 met uw raad gedeeld. De opbrengst van de bestuursopdracht heeft echter niet geleid tot concrete efficiency mogelijkheden.
Inmiddels wordt gewerkt aan de doorontwikkeling van de sturing en positionering van de wijkteams en is de verwachting dat deze doorontwikkeling mogelijk kan leiden tot een verschuiving in de rol, taak en positie van de wijkteams en van de gemeentelijke backoffice. Tegelijkertijd wordt in het kader van de transformatieopgaven gewerkt aan verbetering van de effectiviteit en efficiëntie van de hulp en ondersteuning van inwoners en de voorzieningen en structuren daarvoor (voor zover vallend onder verantwoordelijkheid van de gemeente). Voor juli 2019 worden in het licht van deze ontwikkelingen voorstellen voorgelegd hoe een bedrag van € 1,2 miljoen. kan worden bespaard of gevonden. De uitkomsten zullen betrokken worden bij de programmabegroting 2020.
Aanzuigende werking Wmo
De verlaging per 2019 van de eigen bijdrage Wmo lokaal (A8) en de eigen bijdrage huishoudelijke hulp (A12) heeft waarschijnlijk een aanzuigende werking waardoor de vraag naar de maatwerkdienstverlening Wmo lokaal (A6) en huishoudelijke hulp (A10) zal toenemen. Vanuit het coalitie akkoord is hiervoor € 1,5 miljoen beschikbaar gesteld. Het daadwerkelijke effect kan op dit moment nog niet worden bepaald. Hier zit een risico dat de daadwerkelijke vraag en bijbehorende uitgaven hoger zijn.
Risico algemeen hogere aantallen aanvragen ondersteuning Wmo:
In de loop van het tweede halfjaar 2018 (mogelijk deels ook nog begin 2019) zullen geleidelijk de huidige Wmo Lokaal producten inclusief huishoudelijke hulp worden omgezet in ondersteuningsarrangementen. Er is nog géén ervaring in het gebruik van deze producten, dit kan per saldo leiden tot een hoger (of lager) gebruik van deze ondersteuningsarrangementen in 2018 dan de huidige Wmo Lokaal producten inclusief huishoudelijke hulp en mogelijk ook daardoor hogere (of lagere) kosten.
Recent is tevens duidelijk geworden dat het aantal aanvragen voor Wmo-ondersteuning in 2018 fors hoger ligt dan verwacht (zowel voor oude producten als herindicaties ondersteunings-arrangementen.
Vanwege het ontbreken van ervaringscijfers in het gebruik van ondersteuningsarrangementen en het recent duidelijk worden van hogere aantal aanvragen Wmo-ondersteuning, bestaat het risico dat de gemaakte prognoses per saldo te laag zijn ingeschat.
Maatschappelijke opvang en beschermd wonen
De invoering door het rijk van het nieuwe verdeelmodel maatschappelijke opvang/beschermd wonen is uitgesteld tot niet eerder dan 2021. In lijn met het standpunt van de VNG-commissie Gezondheid en Welzijn dient eerst duidelijkheid te worden verschaft over de (financiële) gevolgen van de openstelling van de Wet Langdurige Zorg (Wlz), de budgettaire effecten en tarieven bij overheveling van mensen uit beschermd wonen naar de Wlz en over de gevolgen van de externe instroom beschermd wonen op de opgave van gemeenten. Afhankelijk van de regionale spreiding van de uitstroom naar de Wlz dient het nu ontwikkelde nieuwe verdeelmodel vervolgens te worden aangepast. Omdat voor de openstelling van de Wlz een wetstraject aan de orde is kan invoering van het verdeelmodel naar verwachting niet eerder dan in 2022 plaatsvinden.
Jeugdhulp zonder opvang
De prognoses 2018 voor ambulante jeugdhulp en jGGZ zijn niet opgesteld op basis van werkelijk gefactureerde zorglasten in 2018 aangezien de onderliggende benodigde informatie deels niet beschikbaar en deels niet betrouwbaar was. Als alternatief hebben wij de werkelijk verantwoorde zorglasten per zorgaanbieder 2017 genomen en vergeleken met de verwachte zorglasten 2018 aangeleverd door de zorgaanbieders. Deze verwachte zorglasten 2018 zijn kritisch doorgenomen met de specialisten van de afdeling Contract & Leveranciers Management en waar nodig zijn lagere zorglasten verantwoord. Het gehanteerde alternatief kan er toe leiden dat de prognoses nu zowel te laag als te hoog zijn ingeschat.
Zodra van de eerste vier à vijf maanden 2018 betrouwbare gefactureerde zorglasten 2018 beschikbaar is, kan de voorliggende prognose verder worden aangescherpt.
10. BUIG 2019
Op basis van de voorlopige beschikking voor de BUIG (Bundeling Uitkeringen Inkomensvoorziening Gemeenten) en de ontwikkeling van de klantaantallen in 2019 wordt in 2019 een voordeel van circa € 6,7 miljoen verwacht.
Beheersmaatregelen
naast de reguliere werkzaamheden om de uitstroom van bijstandsklanten uit de bijstand naar werk te stimuleren wordt ook extra ingezet op uitstroom door inzet van het programma om-BUIG-en.
Financiële inschatting
Omdat er in het komende jaar nog bijstellingen kunnen plaatsvinden op het budget wordt op dit moment nog rekening gehouden met een risico van 40% indien het voordeel uiteindelijk toch lager uitvalt.
Overige risico's
(bedragen x € 1.000)
overige risico's | restrisico (A) | kans (B) | risicobedrag (A x B) | risicobedrag PB 2018 |
garantie Corrosia | 1.112 | 20% | 222 | 222 |
borgstellingen sociale zaken | 1.300 | 20% | 260 | 260 |
exploitatie IKC de Laren | 300 | 60% | 180 | 180 |
totaal overige risico's | 2.712 | 662 | 662 |
Vervallen risico's
Korting 7% Nedvang vergoeding niet-verpakkingsplastic
Het risico dat we een lagere vergoeding zouden ontvangen op de ingezamelde restfractie plastic, metaal en drankkarton vanwege afkeur van niet-verpakkingsplastic was opgenomen in de Programmarekening 2017. Inmiddels heeft dit risico zich voorgedaan en kan het dus uit de lijst. Voor de jaarschijf 2018 is de begroting hier op bijgesteld. Voor 2019 en verder zal het nadeel worden betrokken bij de actualisatie van de afvalstoffenheffing.
Operationele risico's sociaal domein
De operationele risico’s zoals benoemd in de jaarrekening 2017 zijn betrokken bij de actualisatie van het sociaal domein en financieel afgedekt in het perspectief. De risicoreservering is hiermee komen te vervallen.
Financiële kengetallen en meerjarenbalans
Hieronder wordt inzicht gegeven in het verloop van vijf financiële kengetallen. Dit is voorgeschreven in het BBV en sluit aan bij de afspraken in het kader van interbestuurlijk toezicht. Na de informatie met betrekking tot de financiële kengetallen volgt een inkijkje in de meerjarige balans.
Kengetallen schuldpositie
De netto schuldquote laat zien wat de omvang is van de schulden ten opzichte van de jaarlijks beschikbare middelen. Hiermee geeft het een indicatie van de druk van de rentelasten op de exploitatiebegroting en de aflossing op de schulden. Om de quote te berekenen wordt het totaal van de schulden verminderd met de geldelijke bezittingen. Dit saldo wordt gedeeld door de totale baten. De netto schuldquote wordt tot 100% als voldoende beoordeeld, tussen de 100% en 130% is deze matig en hoger dan 130% wordt deze als slecht beschouwd. Onderstaande tabel laat zien dat de schuldquote sinds eind 2017 vrij stabiel is gebleven, na een forse daling in de jaren daarvoor. In de komende jaren zal deze naar verwachting stabiel blijven.
(bedragen x € 1 miljoen)
netto schuldquote | 31-12-2017 | 31-12-2018 | 31-12-2019 |
langlopende schulden | 487 | 437 | 513 |
kortlopende schulden | 155 | 184 | 122 |
overlopende passiva | 57 | 55 | 55 |
uitzettingen | 0 | 0 | 0 |
subtotaal schulden (a) | 699 | 676 | 690 |
uitzettingen met looptijd < 1 jaar | 110 | 110 | 110 |
liquide middelen | 0 | 0 | 0 |
overlopende activa | 8 | 8 | 8 |
subtotaal uitstaande gelden (b) | 118 | 118 | 118 |
netto schulden (a-b) | 581 | 557 | 572 |
baten voor bestemming (c) | 747 | 716 | 725 |
netto schuldquote (100% * [a-b] / c) | 78% | 78% | 79% |
Kengetallen weerstandspositie
De solvabiliteitsratio is het percentage dat het eigen vermogen (de reserves) uitmaakt van het balanstotaal. Dit kengetal geeft inzicht in de mate waarin de gemeente in staat is aan haar financiële verplichtingen te voldoen. Een ratio lager dan 20% wordt als onvoldoende beschouwd, tussen de 20 en 50% is deze matig en hoger dan 50% wordt deze als goed gezien. De solvabiliteitsratio van de gemeente Almere is volgens deze normen op dit moment matig. De daling van het kengetal die tot eind 2016 te zien was, is tot stilstand gebracht, meer het blijft noodzakelijk om de reservepositie te versterken om eventuele onvoorziene risico’s in de toekomst af te kunnen dekken.
(bedragen x € 1 miljoen)
solvabiliteitsratio | 31-12-2017 | 31-12-2018 | 31-12-2019 |
eigen vermogen (a) | 339 | 326 | 343 |
totale vermogen (b) | 1.094 | 1.059 | 1.093 |
solvabiliteit (100% * a/b) | 31% | 31% | 31% |
Grondratio
De grondratio is de verhouding tussen de totale boekwaarde van de grondvoorraad en de jaarlijkse baten. De boekwaarde van de voorraden grond is van belang, omdat deze waarde moet worden terugverdiend bij de verkoop. De signaleringswaarde ligt tussen de 20% en 35%.
(bedragen x € 1 miljoen)
grondratio | 31-12-2017 | 31-12-2018 | 31-12-2019 |
boekwaarden gronden (a) | 306 | 255 | 242 |
baten voor bestemming (b) | 747 | 716 | 725 |
grondratio (100% * a/b) | 41% | 36% | 33% |
De ingrepen in het grondbedrijf hebben een positief effect gehad op de grondratio, die in 2014 nog op 80% lag. Afwaardering van de grondvoorraad zorgt er immers voor dat de boekwaarde daalt in verhouding tot de gemeentelijke baten. Door de toegenomen grondverkoop zal de grondratio de komende jaren naar verwachting verder blijven dalen.
Structurele exploitatieruimte ratio
Een kengetal dat kan worden gebruikt om iets te kunnen zeggen over de mogelijkheden om de begroting in evenwicht te houden wanneer baten wegvallen is de structurele exploitatieruimte ratio. Deze maakt gebruik van het onderscheid tussen structurele (meerjarig doorlopende) en incidentele (tijdelijke) lasten en baten. In een gezonde begroting zijn de structurele lasten lager dan de structurele baten en wordt het verschil opgevuld met incidentele kostenposten. Wanneer de baten zouden dalen, maakt dit het immers een stuk eenvoudiger om de begroting in meerjarig opzicht weer sluitend te krijgen.
Vanaf 2019 is er een reëel begrotingsevenwicht, waarbij het saldo oploopt van € 5,8 miljoen positief in 2019 naar bijna € 7 miljoen positief in 2022. Dit leidt vanaf 2019 tot een positieve ratio.
(bedragen x € 1 miljoen)
structurele exploitatieruimte ratio | 2018 | 2019 | 2020 |
structurele baten | 632,2 | 647,7 | 667,0 |
structurele lasten | 625,0 | 633,4 | 658,4 |
netto structurele baten (a) | 7,3 | 14,3 | 8,7 |
totale structurele toevoegingen aan reserves | 18,5 | 14,5 | 10,3 |
totale structurele onttrekkingen aan reserves | 3,7 | 5,9 | 3,4 |
netto structurele toevoegingen aan reserves (b) | -14,9 | -8,6 | -6,9 |
totale structurele ruimte in begroting (a+b) | -7,6 | 5,8 | 1,8 |
totale baten voor bestemming (c) | 779,3 | 794,2 | 820,2 |
structurele exploitatieruimte ratio ([a+b]/c) | -1,0% | 0,7% | 0,2% |
Belastingcapaciteit quote
Een laatste indicator voor de lange termijn gezondheid van de gemeentelijke financiën is de belastingcapaciteit quote. Deze bepaalt de mate waarin de lokale lasten - en hiermee de gemeentelijke baten - zouden kunnen worden verhoogd. Uit onderstaande tabel blijkt dat de lokale woonlasten voor een gemiddeld gezin in Almere hoger liggen dan het landelijk gemiddelde. Voor 2019 kan dit nog niet worden becijferd, omdat we nog geen inzicht hebben in de tariefvoorstellen van andere gemeenten.
lokale lasten | 2017 | 2018 | 2019 |
OZB-lasten voor gezin bij gemiddelde WOZ-waarde | € 280,69 | € 287,46 | € 302,26 |
rioolheffing voor gezin bij gemiddelde WOZ-waarde | € 141,26 | € 147,51 | € 154,45 |
afvalstoffenheffing voor een gezin | € 325,93 | € 339,62 | € 347,25 |
heffingskorting | € 0,0 | € 0,0 | € 0,00 |
totale woonlasten voor gemiddeld gezin (a) | € 747,88 | € 774,59 | € 803,96 |
woonlasten landelijk gemiddelde voor gezin (b) | € 723,00 | € 721,00 | nnb |
afwijking ten opzichte van het landelijk gemiddelde | € 24,88 | € 53,59 | nnb |
woonlasten t.o.v. landelijke gemiddelde t-1 (100% * [a/b]) | 103% | 107% | nnb |
Meerjarige balans
De tabel hieronder geeft de meerjarige balans weer, zoals deze verwacht wordt op basis van de huidige meerjarenramingen:
Tabel bedragen x € 1 miljoen
(bedragen x 1 miljoen) activa | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | passiva | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 |
materiële vaste activa | vaste passiva | ||||||||||
economisch nut | 770 | 783 | 824 | 866 | 924 | eigen vermogen | 339 | 326 | 343 | 374 | 404 |
waardecorrectie | -140 | -140 | -140 | -140 | -140 | voorzieningen | 55 | 58 | 60 | 60 | 63 |
financiële vaste activa | 40 | 43 | 48 | 52 | 59 | langlopende leningen | 487 | 437 | 513 | 520 | 494 |
vlottende activa | vlottende passiva | ||||||||||
bouwgronden in expl. | 369 | 319 | 306 | 297 | 249 | kortlopende leningen | 67 | 129 | 67 | 65 | 77 |
waardecorr. gronden | -64 | -64 | -64 | -64 | -64 | overlopende passiva | 145 | 110 | 110 | 110 | 110 |
overige vlottende activa | 118 | 118 | 118 | 118 | 118 | ||||||
totaal activa | 1.094 | 1.059 | 1.093 | 1.129 | 1.148 | totaal passiva | 1.094 | 1.059 | 1.093 | 1.129 | 1.148 |