In deze paragraaf schetsen wij u een beeld van de ontwikkeling van de lokale heffingen. Beleidsuitgangspunt bij de lokale heffingen is dat we kostendekkende tarieven en lokale belastingen hanteren. Deze worden – binnen de wettelijke norm – geïndexeerd voor inflatie. Zoals afgesproken in het coalitieakkoord hebben wij de hondenbelasting met ingang van 2019 afgeschaft.
Besluitvorming over tarieven en heffingen voortaan bij de begroting
Bij de begroting en de begrotingsbehandeling wordt uw raad voortaan ook geïnformeerd over de concrete uitwerking van de tarief- en beleidsvoorstellen en de technische aanpassingen in de belastingverordeningen. Hierdoor kan de politiek bestuurlijke discussie (en de besluitvorming) voortaan op één moment plaatsvinden. Net als in voorgaande jaren hebben wij op basis onze uitgangspunten de tarieven aangepast. De tarieven in bijgaande ontwerp- belastingverordeningen en tarievenbesluiten 2019 hebben wij eveneens op basis van het bij deze begroting vastgestelde trendpercentage verhoogd met 2,2%. Ook de overige privaatrechtelijke tarieven, zoals de sporttarieven en betaald parkeren, zijn met dit percentage verhoogd. In het vervolg van deze paragraaf zal eerst kort worden stilgestaan bij de ontwikkeling van de woonlasten. Vervolgens wordt per heffing of belasting de ontwikkelingen die van invloed zijn op het tarief toegelicht.
Woonlasten
Effecten voorgestelde tariefmaatregelen
In onderstaande tabel zijn de effecten van de voorgestelde tariefmaatregelen op de woonlasten voor een gemiddeld gezin in beeld gebracht. Een eigenaar of bewoner betaalt OZB, afvalstoffenheffing en rioolheffing. Zoals uit onderstaande tabel blijkt, stijgen de woonlasten voor een eigenaar of bewoner van een koopwoning op jaarbasis met € 21,08. De (woon)lasten voor een huurder stijgen met € 7,63. Die betaalt alleen afvalstoffenheffing.
(bedragen x € 1,-) | OZB bij WOZ-waarde € 226.300 | afvalstoffen-heffing | rioolheffing | totaal |
woonlasten 2018 voor gemiddeld gezin | ||||
bij de begroting geraamd | 295,75 | 339,62 | 147,51 | 782,88 |
1. opgelegd via combi-aanslag | 293,84 | 339,62 | 147,51 | 780,97 |
minder dan geraamd | -1,91 | 0 | 0 | -1,91 |
2. loon- en prijsstijgingen | 6,51 | 7,47 | 3,26 | 17,24 |
3. effect hertaxatie WOZ | 1,91 | 1,91 | ||
3. maatregelen en afspraken | 0,16 | 3,69 | 3,85 | |
woonlasten in 2019 | 302,26 | 347,25 | 154,45 | 803,96 |
toename t.o.v. begroting 2018 | 6,51 | 7,63 | 6,94 | 21,08 |
procentuele toename | 2,20% | 2,25% | 4,70% | 2,69% |
NB: het tarief afvalstoffenheffing stijgt met 3,67%. Hierin is 1,42% begrepen voor verhoging van de verbrandingsbelasting van het Rijk. Het kabinet wil dat milieuvervuilende keuzes duurder worden. Daarom verhoogt het kabinet de afvalstoffenheffing. Dit wordt gecompenseerd door de lasten op arbeid te verlagen, via de loon- en inkomstenbelasting. Vandaar dat deze verhoging niet is meegenomen in de berekening van de woonlasten.
1. Opgelegd via combi-aanslag
Bij de Programmabegroting 2018 gingen wij er nog vanuit dat de woonlasten voor een gemiddeld gezin € 782,88 zouden bedragen. De ozb-tarieven hadden wij daarbij aangepast op onze inschattingen van de uitkomsten van de hertaxatie WOZ van vorig jaar. Op grond van deze inschattingen gingen wij er vorig jaar vanuit dat de gemiddelde WOZ-waarde van woningen met 6,59% zou stijgen en het tarief ozb eigenaren woningen daardoor met 6,59% zou moeten worden verlaagd. Door deze aanpassing zou de belastingaanslag voor een gemiddelde woning dan gelijk blijven. In de praktijk zijn er natuurlijk woningen waarvan de WOZ-waarde meer (of minder) stijgt dan gemiddeld, waardoor ook de aanslag hoger (of lager) uitvalt.
Na hertaxatie van alle woningen blijkt echter, dat de gemiddelde WOZ-waarde van de woningen niet met 6,59% is gestegen maar met 5,9%. Op de combi-aanslag is hierdoor minder ozb opgelegd dan geraamd, waardoor de woonlasten voor een gemiddeld gezin - onbedoeld - € 1,91 lager zijn uitgevallen dan geraamd. Zoals op het programma 9 Financiën is toegelicht heeft dit geresulteerd in een nadeel van € 0,15 miljoen.
2. Loon- en prijsaanpassingen/trendmatige verhoging
Ook dit jaar passen wij onze tarieven aan op de loon- en prijsontwikkelingen. Deze trendmatige verhoging baseren wij op de prognoses van het Centraal Planbureau (uit de Macro Economische Verkenning). Volgens deze verkenning zullen de prijzen (goederen en diensten) in 2018 waarschijnlijk met 1,4 % stijgen en de lonen met 3,4%. Het (gewogen) trendpercentage komt dan uit op 2,2%. Dit percentage geeft een beeld van de algemene trendmatige ontwikkeling. Dit percentage geldt ook voor belastingverordeningen, de tarievenbesluiten 2019 en de overige privaatrechtelijke tarieven. Om de gemeentelijke taken en diensten op het gewenste kwaliteitsniveau uit te kunnen blijven voeren, worden de budgetten met deze percentages aangepast.
Voor de goede orde merken wij op dat op dit moment de consumentengoederen en -diensten (CPI-index) 2,3% duurder zijn dan een jaar eerder. Deze index geeft het prijsverloop weer van een pakket goederen en diensten, zoals dagelijkse boodschappen, kleding, benzine, huur en verzekeringen. De verwachting van het CPB is, dat deze in 2019 oploopt naar 2,5%.
3. Effect hertaxatie WOZ
Jaarlijks passen wij onze tarieven aan op de uitkomsten van de hertaxatie WOZ. Bij de hertaxatie worden de marktontwikkelingen in de tarieven verrekend. Dit jaar zijn wij eerder gestart met dit werkproces, waardoor wij onze inschattingen van de marktontwikkelingen al mee kunnen nemen in de begroting. Bij het verdisconteren van de effecten van hertaxatie en bezwaar en beroep in de tarieven, hanteren wij het weegschaalprincipe. Volgens dit principe wordt het effect van de uitkomsten van de hertaxatie (en afwaardering op grond van bezwaar en beroep) zodanig in de tarieven verdisconteerd, dat de ozb-opbrengst vóór en na hertaxatie aan elkaar gelijk blijft. Onze verwachting is dat dit jaar de gemiddelde WOZ-waarde van woningen met 10,74% stijgt. Conform het weegschaalprincipe verlagen wij het tarief met dit percentage. Hierdoor heeft de herwaardering dus géén effect op de ozb-opbrengsten.
Zoals hiervoor is aangegeven is de waardestijging vorig jaar lager uitgevallen dan geraamd. Achteraf bezien is dus niet volledig recht gedaan aan dit weegschaalprincipe. Hierdoor zijn de tarieven voor ozb eigenaren woningen - vorig jaar - iets te veel zijn verlaagd. Daarom wordt dit in 2019 alsnog gecorrigeerd, zodat weer recht wordt gedaan aan dit principe.
Maatregelen en afspraken
De diverse maatregelen en afspraken die ten grondslag liggen aan de ontwikkeling van de OZB, afvalstoffenheffing en rioolheffing worden hieronder toegelicht. Eenzelfde toelichting volgt voor de ontwikkeling van de Wabo-leges, de leges burgerzaken en de parkeertarieven.
Onroerende zaakbelasting
Tariefmaatregelen 2019
In onderstaande tabel zijn de tariefmaatregelen voor 2019 in beeld gebracht; deze maatregelen worden onder de tabel toegelicht.
(bedragen x €1,-) tarief | 2018 | 2018 | 2018 na | 2019 na | tarief |
WOZ-waarde (a) | 205.683 | 204.351 | 226.298 | 226.298 | |
tarief (b) | 0,1438% | 0,1438% | 0,1307% | 0,1336% | |
aanslag ozb (a) * (b) | 295,75 | 293,83 | 295,75 | 302,26 | 2,2% |
2018 geraamd
Bij de Tarievennota 2018 hebben wij de vertaling van de maatregelen aan de hand van een getallenvoorbeeld toegelicht. Aan de hand van dit voorbeeld zijn de effecten/maatregelen voor 2019 toegelicht. Bij de Tarievennota was het tarief voor 2018 vastgesteld op 1,438 eurocent per 1.000 euro WOZ-waarde.
2018 werkelijk: uitkomsten hertaxatie vorig jaar iets lager
Vorig jaar hebben wij onze tarieven aangepast op onze inschattingen van de hertaxatie en afwaardering daarvan op grond van bezwaar en beroep. Op basis van die inschattingen is het tarief ozb eigenaren woningen toen met 6,59% verlaagd. Zoals hiervoor is aangegeven valt dat percentage iets lager uit, waardoor niet helemaal recht is gedaan aan het weegschaalprincipe. De werkelijke opbrengst is daardoor € 1,91 lager uitgevallen. Daarom is dit nu alsnog gecorrigeerd. Het bijgestelde tarief voor 2018 (het nieuwe vertrekpunt) zou dan uitkomen op 1,447 eurocent per 1.000 WOZ-waarde, zodat er gemiddeld € 295,75 wordt ontvangen.
2018 na hertaxatie
Op 1 januari 2019 begint een nieuw WOZ waarde tijdvak, met als peildatum 1 januari 2018. De afdeling belastingen heeft recentelijke een eerste proefwaardering gedraaid en vergeleken met de uitkomsten van de marktanalyse. Uit de eerste analyse blijkt dat de woningen in Almere – ten opzichte van 1 januari 2017 - gemiddeld met 10,7% in waarde zijn gestegen. Deze uitkomsten hebben wij nu via een tariefsverlaging verrekend in de tarieven. Zoals uit de tabel blijkt komt het tarief dan uit op 1,307 eurocent per 1.000 WOZ-waarde en de gemiddelde opbrengst € 295,75 bedraagt.
Uit publicaties van het CBS blijkt dat deze forse waardestijging zich niet alleen in Almere voordoet. In Amsterdam groeide de gemiddelde woningwaarde met ruim 17 procent. In vijf jaar tijd steeg de gemiddelde woningwaarde in Amsterdam zelfs met bijna 48 procent. In het afgelopen jaar nam de gemiddelde woningwaarde ook fors toe in buurgemeenten van Amsterdam zoals Amstelveen (15,5 procent) en Ouder-Amstel (ruim 14 procent). In Haarlem (ruim 14 procent) en in Utrecht (11,5 procent) steeg de WOZ-waarde eveneens sterk. Daarmee is de gemiddelde WOZ-waarde van woningen in 2018 voor het derde jaar op rij landelijk gestegen. Op 1 januari 2018 bedroeg de gemiddelde WOZ-waarde landelijk 230 duizend euro per woning, 6,5 procent meer dan een jaar eerder.
2019 na trend
Conform afspraak wordt het tarief trendmatig verhoogd met 2,2%. Het tarief komt dan uit op 1,336 eurocent per 1.000 WOZ-waarde.
Afvalstoffenheffing
Tariefmaatregelen 2019
In onderstaande tabel zijn de voorgestelde tariefmaatregelen in beeld gebracht. In totaal gaat het tarief met € 12,46 per aansluiting omhoog.
(bedragen x € 1,-) omschrijving | In % | bedrag | tarief |
tarief 2018 | 339,62 | ||
1.trendmatige verhoging | 2,20% | 619.000 | 7,47 |
2.prijseffecten op de afvalmarkt | 1,46% | 410.000 | 4,95 |
3.afzetkosten PMD | 1,08% | 303.000 | 3,66 |
4.besparingen | -1,42% | -400.000 | -4,83 |
5.besparing op de overhead | -1,07% | -300.000 | -3,62 |
subtotaal mutaties | 2,25% | 632.000 | 7,63 |
6. verhoging verbrandingsbelasting door het Rijk | 1,42% | 400.000 | 4,83 |
totaal mutaties | 3,67% | 1.032.000 | 12,46 |
tarief 2019 | 352,08 |
1. Trendmatige verhoging
Vanwege de loon- en prijsontwikkelingen wordt de afvalstoffenheffing met € 7,47 verhoogd.
2. Prijseffecten op de afvalmarkt
De marktprijzen op de grondstoffen markt staan onder druk en brengen minder op. De verwachting is dat papier en plastic € 0,4 miljoen minder op zullen brengen als gevolg van dalende marktprijzen. Hierdoor vallen de opbrengsten van de grondstoffen lager uit, waarvoor wij de afvalstoffenheffing verhogen.
3. Afzetkosten PMD
Daarnaast stijgt het tarief dat wij betalen aan de HVC voor de afzetkosten van PMD. De afzetkosten stijgen met name doordat het aangeleverde PMD steeds vaker is vervuild. Hierdoor worden er meer kosten gemaakt om PMD in de markt te krijgen. De kosten stijgen hierdoor met € 0,3 miljoen.
4. Besparingen
Om de kostenstijging te beperken, worden er besparingen doorgevoerd op de budgetten voor afvalinzamelingspilots en de communicatie voor de campagne stad zonder afval.
5. Besparingen op overhead
In de het programma bedrijfsvoering is een besparing als gevolg van de organisatiewijziging doorgevoerd. Deze besparing leidt tot een verlaging van de overhead € 3,9 miljoen. Dat betekent dat er € 300.000 minder overhead aan de afvalstoffenheffing hoeft te worden toegerekend. Het tarief kan hierdoor met € 3,62 worden verlaagd.
6. Verhoging verbrandingsbelasting door het Rijk
Ten slotte is door het Rijk de verbrandingsbelasting restafval verdubbeld van € 13 naar € 26. Hierdoor stijgen de lasten met € 0,4 miljoen. Zoals hiervoor al is aangegeven wil het kabinet dat milieuvervuilende keuzes duurder worden. Zo stimuleert het kabinet consumenten en bedrijven om in hun keuzes meer rekening te houden met milieuvervuiling. Dat is de rede waarom het kabinet de afvalstoffenheffing heeft verhoogd. Het kabinet compenseert dit door de lasten op arbeid te verlagen (via de loon- en inkomstenbelasting). In de Miljoenennota is dit toegelicht. Via de campagne “Stad zonder Afval” is reeds ingezet om het restafval naar beneden te krijgen. Er zijn echter aanvullende maatregelen nodig om het restafval nog verder naar beneden te krijgen. Hier wordt aan gewerkt, maar deze leiden nog niet tot een daling in 2019.
Kostendekkendheid tarief
In onderstaande tabel hebben wij de kosten en opbrengsten van de afvalstoffenheffing na verwerking van de tariefmaatregelen in beeld gebracht. Zoals uit onderstaande tabel blijkt is de afvalstoffenheffing niet kostendekkend. Dit is onder andere het gevolg van de beleidsmatige keuze om de kosten van kwijtschelding; het ondergronds afvaltransport systeem (OAT) en de overhead niet volledig in het tarief afvalstoffenheffing te verdisconteren.
bedragen x €1000)
afvalstoffenheffing | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 |
lasten | |||||
huishoudelijk afval: apparaatskosten | -7.402 | -7.829 | -8.019 | -8.207 | -8.385 |
huishoudelijk afval: programmakosten | -16.612 | -17.544 | -17.969 | -18.391 | -18.789 |
callcenter grofvuillijn | -60 | -61 | -62 | -64 | -65 |
kwijtschelding | -2.022 | -1.903 | -1.917 | -1.918 | -1.918 |
overhead | -4.428 | -4.683 | -4.797 | -4.909 | -5.016 |
voorziening dubieuze debiteuren | -413 | -423 | -433 | -443 | -453 |
compensabele btw | -3.454 | -3.583 | -3.670 | -3.756 | -3.837 |
subtotaal lasten | -34.391 | -36.026 | -36.867 | -37.688 | -38.463 |
baten | |||||
afvalstoffenheffing | 27.513 | 29.174 | 29.881 | 30.584 | 31.245 |
restfracties | 4.921 | 4.693 | 4.807 | 4.920 | 5.027 |
subtotaal baten | 32.434 | 33.867 | 34.688 | 35.504 | 36.272 |
tekort | -1.957 | -2.159 | -2.179 | -2.184 | -2.191 |
percentage kostendekkendheid | 93% | 94% | 94% | 94% | 94% |
aantal objecten afvalstoffenheffing | 81.012 | 82.862 | 84.871 | 86.867 | 88.745 |
heffing per object | 339,62 | 352,08 | 352,08 | 352,08 | 352,08 |
Rioolheffing
Maatregelen en afspraken
Met de rioolheffing worden de kosten van beheer en onderhoud én het nakomen van de zorgplicht voor afval- hemel- en grondwater afgedekt. Deze kosten zijn verbonden aan de inzameling en transport van afvalwater, en het inzamelen, opvangen en afvoeren van regen- en/of grondwater ter voorkoming van overlast. De rioolheffing wordt jaarlijks bijgesteld op basis van de afspraken uit het Waterplan. In maart 2017 is het Waterplan “Stad van het zuiverste water” en de bijbehorende gemeentelijke aanvulling voor de rioolheffing vastgesteld. De uitvoering van het jaarprogramma 2019 uit dit plan kan zonder extra tariefsverhoging, bovenop de trend en het sparen voor vervanging, worden bekostigd. In onderstaande tabel zijn de voorgestelde tariefmaatregelen in beeld gebracht. In totaal gaat het tarief met € 6,94 per object omhoog.
(bedragen x € 1,-) omschrijving | in % | bedrag | tarief |
tarief 2018 | 147,51 | ||
| 2,2% | 294.000 | 3,25 |
| 2,5% | 334.000 | 3,69 |
subtotaal mutaties | 3,4% | 628.000 | 6,94 |
tarief 2019 | 154,45 |
1. Trendmatige verhoging en verdisconteren hogere pensioenpremie in tarief
Vanwege loon- en prijsontwikkelingen wordt de rioolheffing met € 3,25 verhoogd.
2. Sparen voor toekomstige vervanging rioolstelsel
In de gemeentelijke aanvulling voor de rioolheffing zijn ook de afspraken uit de Programmabegroting 2007 om te gaan sparen voor de toekomstige vervanging van het rioolstelsel herbevestigd. Het rioolstelsel moet in de periode 2035-2065 vervangen worden. Deze investering wordt via een jaarlijkse stijging van het tarief met 2,5% afgedekt.
Kostendekkendheid tarief
Onderstaande tabel brengt de kosten en opbrengsten van de rioolheffing na verwerking van de tariefmaatregelen in beeld. Zoals uit onderstaande tabel blijkt is de rioolheffing bijna kostendekkend.
(bedragen x € 1.000)
rioolheffing | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 |
riolen en waterzuivering: apparaatskosten | -1.351 | -1.427 | -1.459 | -1.491 | -1.521 |
riolen en waterzuivering: programmakosten | -5.878 | -6.235 | -6.396 | -6.553 | -6.699 |
storting vervangingsfonds | -3.021 | -3.422 | -3.500 | -3.576 | -3.648 |
storting voorziening rioolherstelprojecten | -791 | -791 | -791 | -791 | -791 |
overhead | -890 | -940 | -961 | -982 | -1.002 |
voorziening dubieuze debiteuren | -196 | -210 | -214 | -219 | -223 |
compensabele btw | -1.311 | -1.359 | -1.390 | -1.420 | -1.449 |
subtotaal lasten | -13.438 | -14.384 | -14.711 | -15.032 | -15.333 |
opbrengsten | |||||
rioolheffing | 13.058 | 13.974 | 14.294 | 14.604 | 14.897 |
overige opbrengsten | 10 | 10 | 10 | 10 | 10 |
subtotaal opbrengsten | 13.068 | 13.984 | 14.304 | 14.614 | 14.907 |
overschot (+) / tekort (-) | -370 | -399 | -406 | -417 | -425 |
percentage kostendekkendheid | 97% | 97% | 97% | 97% | 97% |
aantal objecten rioolheffing | 88.526 | 90.476 | 92.549 | 94.552 | 96.450 |
opbrengst heffing per object | 147,51 | 154,45 | 154,45 | 154,45 | 154,45 |
Wabo-leges
Maatregelen en afspraken
Bij de programmabegroting wordt jaarlijks de actualisatie van de lasten van de WABO-vergunningverlening en de voor deze dienstverlening in rekening te brengen leges aan uw raad voorgelegd. Uitgangspunt voor de WABO-leges is dat deze kostendekkend zijn. Daarbij worden de kosten voor excellent gastheerschap voor 50% toegerekend. Verder wordt uitgegaan van kruissubsidiëring. Dit houdt in dat de leges voor de kleinere bouwaanvragen minder dan kostendekkend zijn en dit tekort wordt aangevuld door de leges voor grotere bouwaanvragen die meer dan kostendekkend zijn.
Op grond van de actualisatie voor 2019 wordt een bedrag van € 1,5 miljoen aan extra legesinkomsten begroot. Daar staat een verhoging van de toe te rekenen lasten voor de behandeling van aanvragen van € 0,9 miljoen tegenover. De toe te rekenen compensabele btw wordt hierdoor € 0,1 miljoen hoger.
In de achterliggende periode is gebleken dat de behandeling van aanvragen in innovatieve en complexe gebieden aanzienlijk hogere kosten met zich meebrengt. Het gaat dan om bouwprojecten met een innovatief of duurzaam karakter, waar we als gemeente nog weinig ervaring mee hebben. Hierdoor brengt het beoordelen van aanvragen relatief veel werk met zich mee en vallen de kosten dus hoger uit. Voor 2019 worden deze extra kosten begroot op € 0,4 miljoen. Voor 2019 kunnen deze kosten worden afgedekt uit het totaal van de begrote inkomsten van de WABO-leges, zonder dat daarvoor een wijziging van de legestarieven nodig is. Dit betekent voor 2019 een bredere toepassing van het principe van de kruissubsidiëring, omdat deze extra kosten niet alleen aan de bouwaanvragen in deze innovatieve en complexe gebieden worden toegerekend. Argument hiervoor is dat aanvragers van een vergunning in een innovatief ontwikkelgebied er zelf niet zoveel aan kunnen doen dat de gemeente hier minder ervaring mee heeft en dus hogere kosten maakt. Wij gaan onderzoeken hoe dergelijke extra kosten structureel kunnen worden afgedekt. Dit onderzoek zal in de eerste helft van 2019 gereed zijn. De resultaten van dit onderzoek worden betrokken bij de programmabegroting voor 2020.
Om de onduidelijkheden bij de toepassing van de korting voor gecertificeerd ingediende aanvragen weg te nemen is deze regeling verbeterd. De korting wordt alleen verleend als alle stukken gedurende het totale bouwproces gecertificeerd zijn. Daardoor kan de toetsing van de aanvrager flexibeler worden ingericht en is een optimale verdeling van de werkzaamheden over vergunningverlenings- en bouwfase mogelijk. Om ook voor grote bouwaanvragen het gecertificeerd indienen daarvan aantrekkelijk te houden is het maximumbedrag van de korting verhoogd van € 12.000 naar € 24.000. Wij vinden het belangrijk om ervaring op te blijven doen met gecertificeerd ingediende aanvragen. Het totaalbedrag van de te verlenen korting zal daardoor met € 0,1 miljoen toenemen. Omdat pas achteraf kan worden vastgesteld of de korting van toepassing is zal voor dit bedrag zolang uitstel van betaling worden verleend.
Kostendekkendheid Wabo-leges
In onderstaande tabel hebben wij de kosten en opbrengsten van de Wabo-leges in beeld gebracht. Zoals uit onderstaande tabel blijkt is de vergunningverlening niet kostendekkend. Voor de goede orde merken wij op dat de ramingen voor 2018 zijn bijgesteld op de hogere inkomsten. Op het programma Ruimte en Wonen is dat toegelicht.
(bedragen x € 1.000)
wabo | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 |
kosten bouwvergunningen: apparaatskosten | -2.489 | -2.611 | -2.609 | -2.609 | -2.609 |
kosten bouwvergunningen: programmakosten | -2.973 | -4.172 | -4.174 | -4.174 | -4.174 |
kosten excellent gastheerschap | -350 | -362 | -362 | -362 | -362 |
kosten callcenter | -54 | -56 | -56 | -56 | -56 |
overhead | -2.259 | -2.336 | -2.334 | -2.334 | -2.334 |
voorziening dubieuze debiteuren | -52 | -56 | -56 | -56 | -56 |
compensabele btw | -646 | -850 | -850 | -850 | -850 |
subtotaal lasten | -9.023 | -10.443 | -10.441 | -10.441 | -10.441 |
leges vergunningverlening | 8.838 | 9.480 | 9.480 | 9.480 | 9.480 |
subtotaal opbrengsten | 8.838 | 9.480 | 9.480 | 9.480 | 9.480 |
overschot (+) / tekort (-) | -185 | -963 | -961 | -961 | -961 |
percentage kostendekkendheid | 98% | 91% | 91% | 91% | 91% |
Leges burgerzaken
Maatregelen en afspraken
Dit zijn kosten die worden gemaakt en de leges die worden geïnd voor verstrekking van bijvoorbeeld paspoorten, rijbewijzen en uittreksels. Onder burgerzaken vallen zowel de burgerzakenbalie, als het callcenter, de beantwoording van vragen via internet en de backoffice die de dienstverlening ondersteund.
In 2019 is voor het eerst merkbaar dat in 2014 het tienjarig paspoort en de tienjarige identiteitskaart is ingevoerd. Vanaf 2019 wordt een afname verwacht van 66%. Op deze afname hebben wij al geanticipeerd, door de laatste jaren meer en meer met tijdelijke inhuur te werken en vaste vacatures niet in te vullen. Vanaf 2024 zal het aantal paspoorten weer toenemen en uiteindelijk stabiliseren op de helft van het huidige aantal (als tegen die tijd het paspoort nog in deze vorm zal bestaan).
Voor diverse gemeentelijke diensten en producten is leges verschuldigd. Deze zijn vastgelegd in de legesverordening op de heffing en invordering van Leges. Bij een aantal legestarieven worden tariefswijzigingen doorgevoerd en/of voorstellen verwerkt om legestarieven beter aan te laten sluiten op de dagelijkse praktijk. De legestarieven worden in beginsel trendmatig verhoogd met 2,2%; tenzij wet en/of regelgeving dit niet mogelijk maakt. Zo mag bijvoorbeeld de leges voor de afhandeling van een rijbewijsaanvraag niet meer mag bedragen dan het wettelijk vastgesteld tarief. Dat geld ook voor reisdocument, en een aantal ander legesproducten. Ook kan het voorkomen dat bepaalde tarieven op veelvouden van € 0,05 afgerond worden, omdat deze contant betaald mogen worden.
Leges afgifte van rijbewijzen
Sinds 1 januari 2014 is in de Wegenverkeerswet 1994 een bepaling opgenomen, dat de leges voor de afhandeling van een rijbewijsaanvraag niet meer mag bedragen dan het wettelijk vastgesteld tarief. Conform het advies van de RWD hebben wij het tarief voor 2019 vastgesteld op € 39,75. De verwachting is dat hierover pas in de loop van december meer duidelijkheid ontstaat. Vooralsnog hanteren wij dit tarief, tenzij de tarieven door het rijk alsnog worden verlaagd.
Leges voor afgifte Verklaring Omtrent Gedrag, reisdocumenten en naturalisatie
Deze legestarieven worden door het Rijk vastgesteld. Omdat het tarief voor 2019 nog niet bekend is, verhogen wij de tarieven nu niet. De verwachting is dat hierover pas in de loop van december meer duidelijkheid ontstaat. In januari 2019 zullen wij deze tarieven via een wijzigingsvoorstel aan u voorleggen. Tot die tijd hanteren wij het oude tarief, tenzij de tarieven door het rijk worden verlaagd.
Afspraken uit het coalitieakkoord
In ons coalitieakkoord hebben wij aangegeven dat de dienstverlening wordt verbeterd, waarbij ook het thuis laten bezorgen van bijvoorbeeld het paspoort wordt genoemd. In 2019 zullen wij de mogelijkheden daarvan gaan onderzoeken en uw raad daarover informeren.
Kostendekkendheid leges afgifte documenten balie burgerzaken
In onderstaande tabel hebben wij de kosten en opbrengsten van de leges afgifte documenten balie burgerzaken in beeld gebracht. Zoals uit onderstaande tabel blijkt is de afgifte van de diverse documenten en dergelijke niet kostendekkend. De belangrijkste oorzaak hiervan ligt in de door het Rijk vastgestelde gemaximeerde tarieven (burgerleges).
(bedragen x € 1.000)
afgifte documenten balie | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 |
lasten | |||||
kosten balie burgerzaken | -1.169 | -1.112 | -999 | -978 | -1.009 |
kosten overige afd. burgerzaken | -62 | -57 | -57 | -57 | -57 |
afdracht rijksleges | -1.085 | -705 | -585 | -585 | -585 |
lasten overhead | |||||
balie burgerzaken | -70 | -67 | -67 | -67 | -67 |
overige afd. burgerzaken | -85 | -81 | -81 | -81 | -81 |
concernoverhead | -904 | -860 | -818 | -778 | -740 |
compensabele btw | -34 | -108 | -76 | -78 | -85 |
subtotaal lasten | -3.409 | -2.990 | -2.683 | -2.624 | -2.624 |
baten | |||||
gemeentelijke leges | 2.852 | 2.220 | 1.851 | 1.772 | 1.814 |
subtotaal baten | 2.852 | 2.220 | 1.851 | 1.772 | 1.814 |
overschot (+) / tekort (-) | -557 | -770 | -832 | -852 | -810 |
percentage kostendekkendheid | 84% | 74% | 69% | 68% | 69% |
Parkeren
Maatregelen en afspraken
De gemeenteraad heeft in februari 2018 een agendaverzoek besproken dat handelde over de kostendekkende parkeertarieven in relatie tot de winst van het parkeerbedrijf. Deze discussie is toen niet afgerond en doorgeschoven naar de nieuwe raad. In het coalitieakkoord Almere 2018-2022 is daarover afgesproken dat het college deze discussie over de parkeertarieven zal bespreken aan de hand van een voor 2020 te maken parkeervisie. Uit de bespreking en de besluitvorming van de parkeervisie zal duidelijk worden hoe de gemeente ten aanzien van het vaststellen van parkeertarieven en de winst wil handelen.
Conform de afspraken uit het coalitieakkoord worden de tarieven alleen trendmatig verhoogd met 2,2%.
Tarieventabel 2019
Bij deze begroting worden u tevens de parkeerverordening 2019 en de parkeerbelastingverordening 2019 aangeboden. Daarbij zijn ook de legestarieven betrokken. Deze treden na besluitvorming in werking op 1 januari 2019.
garage parkeren | straat parkeren | |||
(bedragen x € 1) | Almere Buiten | Almere Stad | Almere Buiten | Almere Stad |
uurtarief | 1,64 | 2,04 | 1,64 | 2,56 |
starttarief | 0,20 | 0,20 | 0,26 | 0,26 |
maximum dagtarief | 2,04 | 9,71 | 2,04 | 17,89 |
maximaal avondtarief | n.v.t. | 5,00 | n.v.t. | n.v.t. |
afronding afhankelijk van betaalwijze cash | 0,10 | 0,50 | 0,10 | 0,10 |
digitaal | 0,10 | 0,01 | 0,10 | 0,10 |
belparkeren | n.v.t. | n.v.t. | 0,01 | 0,01 |
Bedrijven, kantoren, et cetera
Getallenvoorbeeld
Net als bij de woonlasten doen dergelijke effecten zich ook voor bij bedrijven, kantoren etc. hebben wij hieronder via een getallenvoorbeeld weergegeven om welke lasten het gaat bij bedrijven, kantoren etc.
(bedragen x €1,-)
bedrijven, kantoren | 2018 | 2019 | stijging | |
WOZ-waarde | 2.091.573 | 2.121.031 | ||
1. ozb eigenaren/gebruikers | 11.973,29 | 12.236,71 | 2,2% | |
2. rioolheffing | 147,51 | 154,45 | 6,94 | |
3. reinigingsrechten | p.m. | p.m. | 3,67% |
Tarief OZB eigenaren/gebruikers niet-woningen
tarief niet woningen | 2018 | 2018 werkelijk | 2018 na | 2019 na | tarief |
WOZ waarde (a) | 2.071.549 | 2.091.573 | 2.102.031 | 2.102.031 | |
niet-woningen eigenaren | 0,3205% | 0,3205% | 0,3159% | 0,3228% | |
niet-woningen gebruikers | 0,2575% | 0,2575% | 0,2537% | 0,2593% | |
totaal tarief (b) | 0,5780% | 0,5780% | 0,5696% | 0,5821% | |
aanslag ozb (a) * (b) | 11.973,29 | 12.089,02 | 11.973,29 | 12.236,71 | 2,2% |
2018 geraamd
In bovenstaande tabel hebben wij via een getallenvoorbeeld de afzonderlijke effecten van de maatregelen op het tarief voor niet-woningen in beeld gebracht. Ook dit vertrekpunt kunt u in de Tarievennota 2018 terugvinden.
2018 werkelijk
Uit de uitkomsten van de herwaardering blijkt dat de WOZ-waarde van bedrijven, kantoren etc minder is gedaald dan aanvankelijk geraamd. Op basis van het weegschaalprincipe hadden wij de tarieven hierdoor met 0,94% moeten verlagen. Dit doen wij alsnog in 2019.
2018 na hertaxatie
Omdat de WOZ waarde van niet-woningen, op de nieuwe waarde peildatum 1-1-2018, gemiddeld met 0,5% is gestegen, hebben wij het tarief verlaagd.
2019 na trend
Ten slotte hebben wij de tarieven nog met 2,2% verhoogd vanwege de trend. Dit is geregeld in de verordening op de heffing en invordering van Onroerende zaakbelastingen.
Rioolheffing
Ook bij bedrijven, kantoren – die direct of indirect aangesloten zijn op de gemeentelijke riolering – wordt rioolheffing in rekening gebracht. Dit is geregeld in de verordening op de heffing en invordering van Rioolheffing.
Reinigingsrechten
Hierbij gaat het om de inzameling van afval van bedrijven en instellingen waarvan de gemeente tijdens de wekelijkse inzamelronde of afzonderlijk het afval inzamelt. De kosten voor deze dienstverlening worden verrekend via het reinigingsrecht. Ook de reinigingsrechten hebben wij op basis van de kostenstijgingen verhoogd. Voor het ophalen van afval van bedrijven worden diverse soorten containers (qua inhoud) gebruikt. Daarvoor gelden afzonderlijke tarieven. Dit is geregeld in de verordening op de heffing en invordering van Afvalstoffenheffing en Reinigingsrechten.